Wasvoorschriften
Was- en strijkvoorschriften
In elk kledingstuk zit een waslabel. Die vind je meestal in de kraag of de zijnaad van bovenkleding, en in de tailleband van onderkleding. Zorg dat je deze voorschriften altijd naleeft. In de tabel hieronder leggen we de symbolen uit.
* Is er op je kledingstuk een logo gedrukt, dan is het belangrijk dat je ’t binnenstebuiten strijkt. Geborduurde logo’s kunnen wel op de normale manier worden gestreken.
Voorkom een blote buik
Vooral katoen heeft de neiging te krimpen. Zorg ervoor dat je kleding niet te vuil wordt, prop de wasmachine niet al te vol en stop katoen niet in de droger. Kleding van een polyester-katoen-mix krimpt daarentegen nauwelijks.
Voorkom een roze overhemd
Pure katoen houdt z’n kleur minder lang mooi dan een polyester-katoen-mix. Zorg dat je de was scheidt op kleur: licht bij licht, gekleurd bij gekleurd en donker bij donker. Gebruik het juiste wasmiddel en was niet te warm.
Voorkom strijkwerk
Als de wasmachine te vol zit, gaat je was kreuken. Polyester-katoen kan je beter niet warmer dan 60ºC wassen. Centrifugeer zo koud mogelijk en hang de was meteen op als ‘ie klaar is.
Voorkom een frustrerende rits
Sluit alle ritsen voor je de boel in de wasmachine stopt. Op ritsen mag ook geen druk komen te staan, zoals bijvoorbeeld met een strijkijzer of een broekenpers.
Voorkom dat ’t er niet meer uit gaat
Met name polyester neemt vuil en vet snel op. Was je kleding daarom vaak en meteen na het dragen. Alle vlekken, maar vooral bloed-, eiwit- en voedselvlekken moet je meteen na het ongelukje verwijderen met een speciaal daarvoor bedoeld wasmiddel.
Voorkom de schapen-look
Kleding van synthetische materialen, zoals polyester, gaat vaak pluizen. Dat komt doordat de uiteinden van de vezels in elkaar draaien en bolletjes vormen, wat men ‘pilling’ noemt. Zorg dat je kleding niet teveel over elkaar heen wrijft en gebruik geen wasverzachter. Was ruwe of gebreide stoffen apart.